Wat eraan vooraf ging

Twee mannen. Gevlucht uit een verscheurd land. Irak. In Nederland aangekomen zijnde kom je in de molen van vreemdelingenzaken, formulieren invullen, je regelmatig melden enzovoorts. Maar op een gegeven moment heeft de Overheid beslist dat je om voor hen moverende redenen in Nederland mag blijven. Zo een beslissing wordt niet zomaar uit de losse pols genomen. Neen daaraan gaat zorgvuldig onderzoek vooraf. Maar als het dan eenmaal zover is, dan ben je blij. Blij dat je niet terug hoeft naar een land waar je je leven niet zeker bent. Teruggaan naar een land waarvan Nederland stelt dat juist dat land te gevaarlijk voor je is, is geen optie. En daar sta je dan. In Nederland zonder de taal machtig te zijn en zonder een opgebouwd sociaal leven. In het geval van dhr. X gaat het om twee personen. De andere is meneer dhr. Y. Maar het geluk lacht de dhr X enigszins toe. dhr. X en dhr Y bewonen gezamenlijk een huis in de Lutmastraat In Amsterdam. Dhr. X werkt hier en daar als pizzabakker. Omdat toentertijd, omstreeks 2000, ook in Amsterdam het werk niet voor het oprapen lag, besloot één van de twee, namelijk dhr. X, om eens naar Den Bosch te gaan. Hij had gehoord dat daar misschien een kans op werk was. Helaas, het bleek anders. Ook in Den Bosch was er geen werk. Nog op het moment dat dhr. X in Den Bosch was werd hij door zijn huisgenoot dhr. Y gebeld. Dhr. Y vertelde dat er een mogelijkheid was om van woning te ruilen. De ruilwoning, gelegen in de 1e Jan van der Heijenstraat, ligt dichtbij het centrum van Amsterdam. Juist omdat dhr. X zijn beroep als pizzabakker in uitgaanscentra waar restaurants gevestigd zijn uitvoert, waren zij het er al snel over eens dat de woningruil een goede zaak zou zijn. En zo geschiedde. Echter korte tijd na de verhuizing kwam dhr. Y in financiële moeilijkheden. Hij kon feitelijk niet meer, zoals afgesproken, de helft van de huur en overige kosten betalen. Dhr. X, die inmiddels werk had, kon dat wel en deed dat ook. Vanaf 2005 betaalde dhr. X nagenoeg alle kosten zoals huurgelden, energiekosten, watergeld en de onroerendezaakbelasting. Omdat de huurprijs toch enigszins te veel bleek voor de gegenereerde inkomsten werd er op beide namen huursubsidie aangevraagd en ook toegekend. De huursubsidie werd op rekening van dhr. X gestort. Immers, hij betaalde alle kosten. Dhr. Y bewoonde de woning inmiddels niet meer aaneengesloten. Soms was hij een tijdje weg en kwam dan onverwacht weer terug. De perioden die hij weg bleef, duurden langzaamaan steeds langer totdat hij helemaal niet meer terugkwam. Woningcorporatie Ymere bleek al een tijd het vermoeden te hebben dat dhr. Y niet of nauwelijks op de woning verbleef. Echter de huurgelden kwamen precies op tijd binnen en ook de huursubsidie werd keurig op de rekening van Ymere overgemaakt. (Beide mannen stonden op het adres Lutmastraat en later 1e Jan van der Heijdenstraat ingeschreven). Maar wat gebeurde er. Misschien door een gemeentelijke fout of misschien een niet juist ingevuld formuliertje, maar de huursubsidie werd (tijdelijk) niet meer betaald. Uiteraard ontstond hierdoor een huurachterstand. Op het moment dat dhr. X van deze achterstand op de hoogte was, ging hij naar Ymere. Hij stelde zich voor als dhr. X. De mevrouw van Ymere vertelde dat zij op de hoogte was dat de woning door twee mensen bewoond werd. Maar het ging nu om de achterstallige huurpenningen. Deze mevrouw maakte dhr. X duidelijk dat hij de huurachterstand moest inlopen omdat hij anders de woning zou moeten verlaten. De maandelijkse huurpenningen had dhr. X altijd trouw en op tijd betaald maar een groot bedrag aan achterstallige huurtoeslag, kon hij niet onmiddellijk ophoesten. Dat begreep de mevrouw van Ymere wel en er werd een afbetalingsregeling overeengekomen. Wel moest dhr. X kopie van zijn betaalpassen achterlaten. Op de betaalpassen staat “dhr. X”. Het was even schrikken toen dhr. X, ondanks dat hij de achterstand inmiddels had ingelopen van Ymere hoorde dat er toch nog huurachterstand was. Dhr. X ging naar kantoor en legde uit dat de achterstand door hem was ingelopen. Maar hoe dhr. X ook zijn best deed om dat uit te leggen, Ymere bleef bij haar standpunt dat er huurachterstand was. Ten einde raad ging dhr. X naar een advocatenkantoor in Amsterdam. Na een paar telefoontjes regelde dat advocatenkantoor het. Dhr. X bleek gelijk te hebben. Hij had de achterstand wel degelijk ingelopen. Echter hiermee was de narigheid nog niet voorbij. Ymere bezocht dhr. X zo nu en dan. Zo ook de keer dat er omstreeks 9.00 uur ’s morgens aangebeld werd. Dhr. X werkte altijd tot laat in de avond en lag nog in bed. Voor zijn huisdeur op de etage stonden twee medewerkers van Ymere. Zij traden onmiddellijk de woning binnen. Een van hen doorzocht het huis en de ander ging met dhr. X aan de keukentafel zitten. Neen het gaat niet om jou zei de medewerker die aan de keukentafel zat. Wij weten dat jij hier woont. Het gaat om dhr. Y. Ook weten wij dat dhr. Y in Engeland woont. Overrompeld door dat plotselinge bezoek beklaagde dhr. X zich de volgende dag ten kantore van Ymere. Daar bood men excuses aan en verzekerde hem dat het niet om hem ging maar om dhr. Y. Tijdens die periode kreeg dhr. X meerdere huisbezoeken. Ymere wist reeds lange tijd dat ook dhr. X daar woonde. Echter Ymere vond, nadat de achterstand was ingelopen door dhr. X, dat hij nu maar moest vertrekken. De reden zou zijn dat hij geen recht heeft op de woning omdat hij niet bij hen bekend stond als (mede)huurder. Bij brief maakte Ymere bekend dat de woning leeg opgeleverd moest worden. En dat, terwijl hij feitelijk alleen had verzuimd om medehuurderschap aan te vragen ten tijde van de verhuizing.

Woningcorporatie opgezet vanuit sociale gedachten.

Ymere gaat hierbij volkomen aan het voldongen feit voorbij dat de corporatie juist in het leven is geroepen om onder andere mensen als dhr. X die een relatief laag inkomen genieten, van een woning te voorzien. Alhoewel de opzet van corporaties vanuit de geschiedenis gezien sociaal is, is die oorsprong nu nog nauwelijks terug te vinden. Indien je je realiseert dat tenminste drie bestuurders van deze corporatie respectievelijk € 250.000,00 € 300.000,00 en € 300.000,00 salaris per jaar opstrijken, dan kun je toch niet meer van sociaal spreken. Neen corporaties zijn helaas veelal verworden tot organisaties waarbij de vele pecunia prevaleren boven het eigenlijke doel, namelijk het bouwen van goedkope huurwoningen voor mensen met een gering inkomen. Ymere vindt dat dhr. X de woning moet verlaten omdat hij, ten tijde van de verhuizing, verzuimde om medehuurder schap aan te vragen. Dom,dom,dom meneer X. Ben je pas in een land waarvan je de taal niet machtig bent. Zit je in de molen van de vreemdelingendienst en vergeet je nota bene ook nog eens de Wet en in dit verband de regelgeving om te huren uit je hoofd te leren.

Hans Wortel

Loading