Open brief aan Willem Alexander, 6 december 2020. Ron Kuiper).

Hey Alex,

Weet je nog dat we ooit met een biertje in de hand een uurtje hebben staan praten?

Het was lang geleden in café Le Berry op het Leidseplein. Ik snap het als je dat niet meer weet. Je zei tegen mij; ‘zeg maar Alex’ en je was heel toegankelijk en sympathiek.

We hebben echt gelachen.

Maar nu heb je iets stuk gemaak Alex en ik denk niet dat het nog goed komt.

Mijn hele leven heb ik van het Koningshuis gehouden en het ook heel vaak moeten verdedigen. Veel mijn mijn vrienden wilden het afschaffen en noemden jullie zakkenvullers.

Maar bij mij was dat anders en toen ik als jong ventje bij het Korps Mariniers ging, had ik mij plechtig voorgenomen om voor onze Koningin een kogel op te vangen als dat aan de orde zou komen.

Jouw familie Alex, de familie van Oranje heeft ons heel veel mooie dingen gebracht.

Zo kunnen wij Nederlanders een heel chagrijnig volkje zijn. We hebben daar niet zoveel voor nodig.

Slecht weer, onze schoonmoeders, een verloren potje voetbal. Noem het maar en het is gedaan.

Maar op jouw verjaardag bijvoorbeeld zijn we één grote, enthousiaste en dansende familie.

We feesten in oranje Alex, vanwege de naam van jouw familie. Oranje is bij ons de standaard van een echt feest.

Maar nu heb je iets stuk gemaakt Alex en ik denk niet dat het nog goed komt.

Legendarisch zijn onze deelnames aan de olympische spelen, met iedereen in oranje en jij natuurlijk ook.

Belangrijke voetbalwedstrijden van onze Oranje genoemde nationale ploeg, zijn over de wereld berucht. Denk aan de EK 88.

Ook de nationale schaatskampioenschappen in Thialf zijn mede door jou bijzonder en ook in het oranje.

Zelfs als wordt gezegd, dat jullie officieel geen Koningshuis meer zijn omdat jouw oma in de oorlog het land uit is gevlucht, hou ik jullie een hand boven het hoofd. Of als er van jouw moeder wordt gezegd,

dat zij toestemming heeft gegeven om Pim Fortuyn te vermoorden. Of dat jullie lid zijn van de beruchte Bilderberg groep. Ik kon daarvan niets bewijzen, dus hield ik jullie een hand boven het hoofd.

Maar nu heb je iets stuk gemaakt Alex en ik denk niet dat het nog goed komt.

Al bijna een jaar vechten wij tegen een nieuwe vijand; onze eigen regering. Die regering die allerlei maatregelen neemt vanwege een verzonnen pandemie met als doel ons te gijzelen en te onderdrukken.

Onze eigen coalitie die nu onze vijand is, had een halt toegeroepen kunnen worden door jou Alex!

Onze eigen regering heeft een spoedwet bedacht waarmee we in één klap in een dictatuur zitten.

Die wet waarvan iedereen hoopte dat hij er niet zou komen, ging door de tweede kamer en later door de eerste.

Jij was onze enige hoop dat we een democratie zouden blijven en dat we vrij zouden blijven.

Jij immers Alex, zei op de dodenherdenking van 4 mei; ’niet normaal maken, wat niet normaal is!’

Jij was degene die onze democratie had kunnen redden en jezelf onsterfelijk had kunnen maken.

Maar wat weinigen hadden verwacht, deed je toch. Je ondertekende de noodwet en daarmee een doodvonnis.

Een doodvonnis van een vrij en blij democratisch land, ons in oranje feestende Nederland.

Wat heb ik me in je vergist Alex, ik kan er wel om janken . . .

Al die jaren dat ik jullie een hand boven het hoofd hield, blijken een farce. Al die jaren van feesten in oranje ook.

Hoe moet dat nu verder? Moeten we echt de wapens oppakken en tegen onze vijand gaan vechten?

Daar hoor jij nu bij Alex, daar hoor je nu bij.

Konden we samen nog maar een keer een biertje drinken en ik jou vertellen dat ik een slechte droom heb gehad.

Dag Alex, je hebt iets stuk gemaakt en dat komt nooit meer goed.

Mazzel

Ron Kuiper

 

Loading