Amerika Lezing 2009

Aajonus Vonderplanitz: Hoeveel mensen weten dat een virus niet leeft? In de geneeskunde is dit al heel lang bekend, dat je geen antibiotica kunt geven voor een virus, omdat het geen levend organisme is. Iets dat niet leeft hoef je ook niet te doden. Een virus heeft geen celkern en ademt ook niet. Er zijn geen werkende functies. Virussen zijn gewoon geen levende organismen.

Wat zijn virussen dan wel? Het zijn deeltjes eiwit. Het zijn zepen en oplossingen. Je lichaam maakt virussen aan om weefsels op te lossen, die veel te giftig zijn. Deze weefsels zijn voor parasieten, schimmels en bacteriën veel te giftig om op te eten. Te giftig, zoals wanneer je chemo en stralingen hebt gehad.

Parasieten, schimmels en bacteriën proberen dat dode weefsel op te eten, maar dan gaan ze dood door vergiftiging. Waar gaat dan al dat besmettingsgedoe door virussen over? Dat is net zoiets als zeggen “wasmiddel is besmettelijk”. Want iedereen gebruikt het. Iedereen wast elke dag. Dus dan raak je ook meteen besmet. (Iedereen lacht).

Het is niet voor niets dat in bepaalde seizoenen verkoudheid en griep ontstaan. Er zijn 300.000 virussoorten. Elke soort pakt slechts een klein deeltje van een cel aan en demonteert het. Een virus lost ALLEEN een specifiek stukje weefsel in die cel op. De farmaceutische industrie zegt dat een virus de hele cel oplost, maar dat is niet waar. Een

virus lost een specifiek stukje weefsel in een cel op, zonder dat het de integriteit van de hele cel beschadigt.

Helemaal oplossen gebeurt alleen als meer virussen tegelijk een zeer giftige, vervuilde cel aanpakken. Dit kan komen door industriële vervuiling. De medische geneeskunde zorgt ervoor, dat cellen vergiftigd raken. De farmaceutische industrie en voedingsindustrie bombarderen ons met te veel giftige stoffen. Meestal treden er bij mensen maar één of twee virussen op.

Dat meerdere mensen virussen krijgen wil niet zeggen dat daarmee ook het virus besmettelijk is. Nogmaals: virussen zijn niet besmettelijk. Als iedereen ‘s zomers gaat zonnen en verbrandt, betekent dit ook niet dat de zon dus besmettelijk is.

Aids is ook niet besmettelijk. Het aidsvirus is door de mens gemaakt. Het is niet zomaar komen aanwaaien. Het is een lymfanoom virus van een schaap en een leukemievirus van een rund. Een door mensen gemaakt virus. Geïnjecteerd in de bevolking door je militaire regering. Als experiment in biochemische oorlogsvoering.

Weet je op wie men dit wilde testen? Weet je wie ongewenst waren? De homo’s. De homo’s in New York, Los Angeles, Houston en San Francisco. Zij waren het doel. Herinner je je zich nog, dat ze daar in de jaren 70 en 80 hepatitis kregen? Dat kwam door intensief medicijngebruik. Ze kregen dit door hepatitis B-vaccins. In die steden werd met het virus gevaccineerd.

10% van de mensen was niet homoseksueel. Daarom had 10% van de niet-homoseksuele inwoners toch dit virus. Omdat de overheid dreigde betrapt te worden, gingen ze het ook in andere steden toepassen.

Toen is het virus ook aan de pokkenvaccins toegevoegd. Want waarom wilden de Britse en Amerikaanse overheid anders 125 miljoen pokkenvaccins beschikbaar stellen? We praten hier over biljoenen dollars. Ze hebben een medische catastrofe veroorzaakt.

De Britse en Amerikaanse overheid waren zogenaamd hoogontwikkeld op medisch gebied! Raad eens hoeveel landen in de schulden zijn geraakt voor de medische hulp die ze kregen? 27 Afrikaanse landen hebben schulden gemaakt voor een pokkenvaccinatie die hun inwoners eigenlijk vergiftigd heeft. Niemand heeft zomaar aids gekregen in Afrika. Alleen mensen die ingeënt zijn tegen pokken, hebben aids gekregen.

Aids krijg je doordat het overgedragen wordt via bloed. Maar je kunt GEEN aids krijgen door seks, zoenen of iets anders. Het moet echt in je lichaam geïnjecteerd worden. Zelfs als je bloedt door anale seks, kun je geen aids krijgen.

Dr. Strucker toonde aan dat een ejaculatie maar twee virussen bevat. Virussen kunnen zich niet voortplanten, omdat ze niet levend zijn. Ze zijn gemaakt door cellen om het lichaam te reinigen. Een virus is dus een zeep en een oplosmiddel.

Als je last begint te krijgen van slijm in je neus, dan maakt je lichaam een middel aan om het slijm op te lossen. Dat is een viraal element. Het reinigt en zal zorgen voor een flinke loopneus. Dus als je een loopneus krijgt is dat een goed teken. Het wil zeggen dat je neus een oplosmiddel heeft gemaakt. Een virus is niet slecht, zoals beweerd wordt. Het is iets goeds. Je lichaam maakt virussen met een bepaalde reden. Om beschadigd weefsel te verwijderen. En om daarna weer nieuw weefsel te kunnen aanmaken. Op die manier kun je gezond blijven.

Als je cellen steeds doodgaan en je maakt geen nieuw cellen aan, word je ziek en sterf je.

 

Loading